Gaat er een nieuwe wind waaien? Long COVID is een onderwerp dat de gemoederen bezighoudt. Vaak neemt UWV de stelling aan dat er geen sprake is van duurzaamheid van de arbeidsbeperkingen, omdat er in de toekomst mogelijk een wetenschappelijk bewezen behandelmethode zal worden ontwikkeld.
Menig jurist gaat hiertegen in bezwaar en zelfs in beroep. Vaak is het tevergeefs, maar soms worden er ook successen geboekt. Zoals deze uitspraak door de Rechtbank Midden-Nederland in het dossier van een docent in het basisonderwijs. Tot op heden blijft het echter erg lastig om als werknemer een IVA-toekenning te krijgen als gevolg van Long COVID.
Recent heeft VCSW een mooie overwinning behaald met een mogelijk belangrijke kentering in het beleid door een IVA-toekenning te krijgen als gevolg van Long COVID. Let wel: Long COVID als enige aandoening die leidt tot arbeidsongeschiktheid. Daarom is onderstaande casus bijzonder te noemen.
De verzekerde kampt al 2,5 jaar met het Long COVID-syndroom, de enige medische aandoening. De verzekerde heeft tijdens de wachttijd, volgens de nieuwste medische inzichten, een revalidatietraject gevolgd. Helaas hebben deze inspanningen slechts minimale verbetering van de klachten opgeleverd.
Op 7 juni 2024 heeft UWV een loongerelateerde WGA-uitkering toegekend aan verzekerde, met een arbeidsongeschiktheidspercentage van 100%. De primaire verzekeringsarts voerde onder meer het volgende aan:
“De prognose is onzeker. Er is sprake van relatief nieuwe medische problematiek die nog niet door de medische wetenschap is doorgrond. Het natuurlijke beloop en de optimale behandelwijze zijn nog niet bekend. Met aanvullende wetenschappelijke onderzoeken is er een redelijke kans dat in 12 tot 24 maanden nieuwe behandelingen beschikbaar komen waarmee het persoonlijk en sociaal functioneren, dynamisch en statisch handelen en duurbelastbaarheid kunnen verbeteren”
Namens de publiek verzekerde werkgever heb ik bezwaar ingediend tegen deze beslissing. Over twee jaar zou de werkgever via de Whk-beschikking voor het eerst geconfronteerd worden met een stijging van de premielasten als gevolg van de instroom van de verzekerde in de WGA.
In bezwaar heb ik onder andere het volgende aangevoerd:
“Voorts is werkgever van mening dat inschatting van de herstelkansen van een verzekerde dient te berusten op de huidige stand van de medische wetenschap (met alle behandelopties die er nu zijn of binnen een korte periode aan zullen komen). Op dit moment is er totaal geen zicht op een adequate behandeling voor Long COVID patiënten. Laat staan of die behandeling voor de verzekerde effect kan hebben op de belastbaarheid.”
Aanvullend heb ik gewezen op de bestaande jurisprudentie inzake duurzaamheid en het beoordelingskader duurzaamheid.
Het bezwaar is op 11 oktober jl. gegrond verklaard. Het resultaat is dat verzekerde een IVA-uitkering krijgt per eindewachttijd en dat de instroom in de WGA is komen te vervallen. Dit betekent een forse besparing voor de werkgever.
UWV stelt dat de verzekerde op de betreffende datum alle beschikbare behandelingen heeft afgerond. Er waren op dat moment geen andere behandelingen bekend die binnen één tot twee jaar duidelijke verbetering konden bieden. Daarom wordt geconcludeerd dat de beperkingen blijvend zijn.
In deze casus wil ik mijn waardering uitspreken voor de bezwaarverzekeringsarts, die de moed heeft getoond om tegen de stroom in te gaan. Hopelijk ziet UWV vanaf nu af van de standaardredenering dat duurzaamheid niet kan worden aangenomen vanwege lopend onderzoek naar behandelopties voor long COVID, met de aanname dat deze mogelijk tot verbetering kunnen leiden. De eerste signalen geven hoop op een verandering in benadering.
De wet- en regelgeving binnen de sociale zekerheid staat nooit stil.
WhatsApp ons
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!